Een update is een wijziging aan bestaande software die tot doel heeft om fouten op te lossen, prestaties te verbeteren of beveiligingslekken te verhelpen. Updates worden uitgegeven door softwareontwikkelaars en kunnen automatisch of handmatig worden geïnstalleerd.
Er zijn verschillende soorten updates:
Beveiligingsupdates: verhelpen kwetsbaarheden in het systeem.
Bugfixes: lossen functionele fouten of instabiliteit op.
Functionele updates: breiden software uit met nieuwe mogelijkheden of verbeteren de gebruikerservaring.
Hoewel de termen vaak door elkaar worden gebruikt, zijn er duidelijke verschillen:
Update: kleine wijzigingen binnen de bestaande versie (bijvoorbeeld versie 3.2.1 → 3.2.2).
Upgrade: grotere verandering met mogelijk nieuwe interface of architectuur (bijvoorbeeld versie 3.x → 4.0).
Patch: een (soms kritieke) correctie die vaak gericht is op één specifiek probleem.
Updates zijn essentieel voor de betrouwbaarheid, veiligheid en prestaties van je systemen en software. Ze voorkomen kwetsbaarheden, verbeteren de gebruikerservaring en zorgen ervoor dat je applicaties compatibel blijven met andere systemen.
Zonder regelmatige updates kunnen systemen kwetsbaar worden voor aanvallen van buitenaf. Cybercriminelen maken vaak gebruik van bekende beveiligingslekken in verouderde software. Denk aan malware, ransomware of ongeautoriseerde toegang. Een goed voorbeeld hiervan is de wereldwijde verspreiding van de WannaCry-ransomware in 2017, die misbruik maakte van een bekende kwetsbaarheid in Windows.
Naast beveiliging zorgen updates ook voor snellere en stabielere software. Fouten (bugs) worden verholpen, processen geoptimaliseerd en crashes verminderd. Dit betekent minder downtime en minder frustratie voor gebruikers.
Technologie verandert snel. Besturingssystemen, browsers en hardware worden constant vernieuwd. Software-updates zorgen ervoor dat jouw systemen goed blijven werken met deze veranderingen. Zonder updates loop je het risico dat apps niet meer functioneren of niet meer worden ondersteund.
In een moderne IT-omgeving zijn er meerdere onderdelen die regelmatig geüpdatet moeten worden. Het gaat hierbij niet alleen om applicaties, maar ook om de onderliggende systemen en zelfs hardware.
Of je nu Windows, macOS of Linux gebruikt, het besturingssysteem vormt de basis van je digitale omgeving. OS-updates omvatten vaak:
Beveiligingspatches
Kernel verbeteringen
Verbeteringen van de systeemstabiliteit Als je ze negeert, kan dat leiden tot wijdverspreide kwetsbaarheden die invloed hebben op alles wat op het systeem draait.
Applicaties – van browsers tot boekhoudsoftware – worden continu doorontwikkeld. Updates brengen nieuwe functies, verbeteren de gebruikerservaring of lossen bekende bugs op. Dit geldt voor desktopsoftware, maar ook voor mobiele en cloudgebaseerde apps.
Drivers vormen de brug tussen hardware (zoals printers, grafische kaarten of netwerkaansluitingen) en het besturingssysteem. Verouderde drivers kunnen zorgen voor fouten of prestatieproblemen. Fabrikanten brengen regelmatig updates uit om de werking van hun hardware te verbeteren.
Firmware is software die ingebakken zit in apparaten, zoals routers, SSD’s of moederborden. Deze updates verbeteren vaak de beveiliging en prestaties van het apparaat zelf. In bedrijfsomgevingen kunnen firmware-updates ook cruciaal zijn voor netwerkstabiliteit en gegevensbeveiliging.
Het updateproces is afhankelijk van het type systeem en software, maar het doel is altijd hetzelfde: bestaande bestanden vervangen of uitbreiden met een nieuwe, verbeterde versie. Updates kunnen automatisch of handmatig worden uitgevoerd, en verlopen meestal in een aantal duidelijke stappen.
Automatische updates worden op de achtergrond uitgevoerd. Het systeem controleert regelmatig op updates, downloadt deze en installeert ze zonder tussenkomst van de gebruiker. Dit is gebruiksvriendelijk en zorgt ervoor dat systemen up-to-date blijven.
Handmatige updates vereisen actie van de gebruiker. Bijvoorbeeld via een melding, via een instellingenmenu of door een updatebestand te downloaden van de website van de leverancier. Dit wordt vaak gekozen bij systemen waarbij controle belangrijk is, zoals in productieomgevingen.
Het standaardproces voor een update bestaat uit de volgende stappen:
Controle op updates – De software kijkt of er een nieuwe versie beschikbaar is.
Downloaden van de update – De updatebestanden worden binnengehaald vanaf een server.
Validatie – De update wordt gecontroleerd op integriteit en compatibiliteit.
Installatie – Bestaande bestanden worden overschreven of aangevuld.
Herstart of herinitialisatie – In sommige gevallen moet de software of het systeem opnieuw worden opgestart om de update toe te passen.
In ontwikkelomgevingen worden vaak package managers gebruikt zoals:
Deze tools automatiseren het downloaden, installeren en beheren van softwarepakketten inclusief updates, wat cruciaal is voor stabiele en veilige codebases.
Een internetverbinding is vaak nodig om updates te downloaden, maar niet altijd. De beschikbaarheid en manier van updaten hangt af van het type systeem, de softwareleverancier en de omgeving waarin het gebruikt wordt.
De meeste updates worden rechtstreeks gedownload vanaf de server van de softwareontwikkelaar. Dit geldt voor besturingssystemen, apps en browsers. In dit scenario is een actieve internetverbinding essentieel. De software checkt automatisch of er een nieuwe versie beschikbaar is, downloadt die en installeert hem.
Voorbeelden:
Windows Update haalt updates binnen via Microsoft-servers.
macOS en iOS werken via Apple’s updateplatform.
Veel apps gebruiken hun eigen updateclients of update via de App Store of Play Store.
In bepaalde situaties is internet geen vereiste:
Offline installatiebestanden: updates kunnen handmatig worden gedownload op een ander apparaat en via USB of netwerk gedeeld worden.
Bedrijfsspecifieke update-servers: in grotere organisaties is het gebruikelijk om updates centraal te beheren via tools zoals WSUS (Windows Server Update Services) of MDM (Mobile Device Management). Apparaten halen updates dan intern op, zonder internet.
Deze methode biedt voordelen op het gebied van controle, bandbreedtebeheer en veiligheid – vooral in omgevingen met gevoelige data of beperkte toegang tot het internet.
Een kritieke update is een specifieke update die een ernstig probleem oplost dat directe impact kan hebben op de veiligheid, stabiliteit of werking van een systeem. Deze updates worden vaak met hoge urgentie uitgebracht en moeten zo snel mogelijk worden geïnstalleerd.
Kritieke updates worden meestal uitgebracht om:
Beveiligingslekken te dichten die al actief worden misbruikt.
Systeemfouten op te lossen die leiden tot dataverlies of crashende software.
Compatibiliteitsproblemen met belangrijke onderdelen te herstellen.
Omdat ze gericht zijn op urgente risico’s, worden kritieke updates vaak buiten de normale updatecyclus verspreid, soms zelfs automatisch, zonder gebruikersinteractie.
Zero-day kwetsbaarheden: dit zijn beveiligingslekken die al worden uitgebuit voordat een patch beschikbaar is. Wanneer zo’n lek wordt ontdekt, brengen leveranciers zoals Microsoft, Apple of Google direct een kritieke update uit.
Bugfixes na grote releases: soms worden na een grote systeem- of software-update ernstige fouten ontdekt. Kritieke updates lossen deze direct op om verdere schade of ontevredenheid te voorkomen.
Veel systemen geven dit duidelijk aan:
Windows markeert deze als “Critical Update” of “Security Update”.
In Linux worden ze vaak gelabeld als “security” of “important”.
Mobiele besturingssystemen pushen soms automatisch belangrijke patches via een zogeheten security bulletin.
Het negeren van updates kan op korte termijn misschien geen direct probleem lijken, maar op de lange termijn brengt het serieuze risico’s met zich mee. Vooral op het gebied van beveiliging, prestaties en compatibiliteit.
Zonder updates blijft je systeem kwetsbaar voor bekende lekken. Zodra een beveiligingsupdate wordt uitgebracht, weten kwaadwillenden precies welk gat gedicht is – en zoeken ze actief naar systemen die de patch nog niet hebben toegepast. Dit maakt verouderde systemen een gemakkelijk doelwit voor aanvallen.
Bekende voorbeelden:
De WannaCry-ransomware verspreidde zich razendsnel via een kwetsbaarheid in Windows waarvoor al weken een patch beschikbaar was.
Verouderde WordPress-installaties zijn vaak slachtoffer van geautomatiseerde aanvallen, puur omdat updates niet zijn uitgevoerd.
Software en hardware blijven zich ontwikkelen. Door niet te updaten kunnen oudere systemen botsen met nieuwere versies van andere tools, API’s of besturingssystemen. Dit kan leiden tot foutmeldingen, crashes of het compleet niet meer functioneren van een applicatie.
Updates bevatten vaak optimalisaties voor snelheid, stabiliteit en geheugenbeheer. Door updates over te slaan, blijf je werken met een trager of instabiel systeem, wat uiteindelijk meer frustratie en productiviteitsverlies oplevert.
Softwareontwikkelaars voegen regelmatig nieuwe mogelijkheden toe in updates. Als je niet update, mis je deze verbeteringen en loop je op termijn achter ten opzichte van de nieuwste standaarden of concurrenten.
Regelmatig updaten van je systemen en software levert duidelijke voordelen op, zowel op technisch als strategisch vlak. Voor ondernemers en IT-professionals is het een eenvoudige manier om risico’s te beperken en de efficiëntie te verhogen.
Elke update vermindert het aanvalsoppervlak door bekende kwetsbaarheden te verhelpen. Dit beschermt uw systemen tegen:
Malware en ransomware
Ongeautoriseerde toegang
Inbreuk op gegevens
Vooral in zakelijke omgevingen waar gevoelige informatie wordt verwerkt, is regelmatige patching een essentieel onderdeel van de cybersecurity-hygiëne.
Updates lossen bekende bugs op en verbeteren vaak de algemene werking van software. Denk aan:
Snellere opstarttijden
Minder vastlopers
Lagere systeembelasting
Dit zorgt voor een soepelere gebruikerservaring en minder downtime.
Met regelmatige updates profiteer je direct van:
Nieuwe functionaliteiten
Verbeterde gebruikersinterfaces
Ondersteuning voor nieuwe standaarden of apparaten
Zo blijf je werken met de nieuwste technologie, zonder telkens te moeten investeren in nieuwe systemen.
Regelmatige updates houden je systemen ‘gezond’, waardoor ze langer meegaan. Dit betekent minder noodzaak om hardware te vervangen en lagere onderhoudskosten op de lange termijn.
Bij elke update hoort een versienummer. Dit nummer vertelt je precies welke versie van een programma of systeem je gebruikt, en welke veranderingen er zijn geweest sinds de vorige versie. Een goed begrip van versiebeheer helpt bij het inschatten van de impact van een update.
De meeste software maakt gebruik van semantische versiebeheer. Dit systeem bestaat meestal uit drie getallen, gescheiden door punten:
Voorbeeld: 2.5.1
Dat betekent:
2 = Major (grote) versie: een grote release met ingrijpende veranderingen, mogelijk niet achterwaarts compatibel.
5 = Minor (kleine) versie: nieuwe functies, maar zonder bestaande functionaliteit te breken.
1 = Patch: kleine correctie zoals een bugfix of beveiligingsupdate.
Soms zie je ook letters of labels toegevoegd, zoals:
alpha of beta: testversies, bedoeld voor ontwikkelaars of testers.
RC (Release Candidate): een versie die klaar is voor definitieve release, tenzij er nog bugs worden ontdekt.
LTS (Long-Term Support): een versie die langere tijd updates en ondersteuning krijgt – populair in bijvoorbeeld Linux-distributies.
Waarom is het nuttig?
Je kunt makkelijker bepalen of een update risicovol is (grote versies) of juist veilig toepasbaar (patch).
Bij het ontwikkelen van software kun je via versienummers zorgen voor duidelijke communicatie over veranderingen.
Hoewel de termen ‘update’ en ‘upgrade’ vaak door elkaar worden gebruikt, verwijzen ze naar twee verschillende soorten veranderingen aan software. Het verschil zit vooral in de omvang en impact van de wijziging.
Een update is een kleinere wijziging aan de bestaande softwareversie. Het doel is meestal om:
Bugs op te lossen
De beveiliging te verbeteren
Kleine functies toe te voegen of prestaties te optimaliseren
Updates worden vaker uitgebracht en hebben zelden invloed op hoe je de software gebruikt.
Voorbeeld:
Versie 3.1.4 wordt bijgewerkt naar 3.1.5. De werking blijft grotendeels hetzelfde, maar er is bijvoorbeeld een beveiligingslek gedicht.
Een upgrade is een grotere, vaak ingrijpende verandering. Hierbij ga je over naar een volgende hoofdversie van de software. Dit betekent meestal:
Grote nieuwe functionaliteit
Een nieuwe interface of gebruikerservaring
Mogelijke wijzigingen in dataformaten of compatibiliteit
Upgrades kunnen training of aanpassing vergen en worden minder vaak uitgevoerd.
Voorbeeld:
Overstappen van Microsoft Office 2019 naar Office 2021, of van Android 12 naar Android 13.
In het kort:
Niet elke update is verplicht, maar sommige zijn wel sterk aanbevolen. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen essentiële en optionele updates, zeker in omgevingen waar stabiliteit en veiligheid cruciaal zijn.
Updates die gericht zijn op beveiliging moeten zo snel mogelijk worden toegepast. Deze lossen kwetsbaarheden op die misbruikt kunnen worden door hackers, virussen of malware. Het uitstellen van beveiligingsupdates vergroot het risico op datalekken of systeeminbraken.
Functionele updates voegen nieuwe mogelijkheden toe of verbeteren de gebruikerservaring. Deze zijn vaak minder urgent, en in sommige gevallen zelfs tijdelijk af te raden, bijvoorbeeld:
Als je afhankelijk bent van specifieke plug-ins of tools die (nog) niet compatibel zijn
Wanneer je werkt in een productieomgeving waar stabiliteit belangrijker is dan nieuwe functies
In zulke gevallen is het slim om eerst te testen in een aparte omgeving voordat je de update doorvoert op je hoofdomgeving.
Bedrijven maken vaak gebruik van updatebeleid waarbij updates gecontroleerd worden uitgerold. Hierbij wordt gekeken naar:
Kritieke patches: meteen toepassen
Overige updates: eerst testen, dan pas breed uitrollen
Tools zoals Windows Update for Business, Jamf, of MDM-platformen maken dit proces beheersbaar.
Het herkennen van het juiste moment om te updaten is belangrijk om risico’s te beperken en soepel te blijven werken. Gelukkig geven de meeste systemen en programma’s duidelijke signalen wanneer er een update beschikbaar is.
De meeste besturingssystemen en apps sturen je een melding zodra er een update klaarstaat. Voorbeelden:
Windows toont meldingen rechtsonder in de taakbalk.
macOS geeft een badge of pop-up via Systeemvoorkeuren.
Mobiele apps tonen updates in de App Store of Play Store.
Deze meldingen geven meestal aan of het gaat om een belangrijke update, en of een herstart vereist is.
Je kunt ook handmatig controleren op updates:
In Windows: via Instellingen > Bijwerken en beveiliging
In macOS: via Systeeminstellingen > Software-update
In applicaties: meestal via Help > Controleren op updates of een apart instellingenmenu
Veel systemen bieden ook een overzicht van wat er in de update is aangepast (de zogeheten release notes).
In professionele omgevingen kun je tools gebruiken die updates beheren en signaleren:
WSUS, Intune of SCCM voor Windows
Jamf voor Apple-apparaten
Linux package managers zoals apt, yum of dnf
Deze tools geven beheerders inzicht in de status van updates binnen het netwerk en helpen bij het inplannen van installaties.
Niet elke update is in een paar seconden afgerond. Soms duren updates minuten of zelfs uren, afhankelijk van meerdere factoren. Dat kan frustrerend zijn, maar vaak is er een goede reden voor de tijd die het kost.
Hoe groter de update, hoe langer het duurt om hem te downloaden en te installeren. Grote updates bevatten vaak veel nieuwe bestanden of wijzigingen in het systeem, zoals bij:
Functie-updates van besturingssystemen (bijv. Windows 11 feature upgrades)
Grote softwareversies met nieuwe modules of herstructurering
Voor de installatie begint, controleert het systeem eerst of de update geschikt is:
Zijn er conflicten met andere software?
Zijn er back-ups nodig?
Is er voldoende schijfruimte beschikbaar?
Deze controles vinden meestal op de achtergrond plaats, maar kosten wél tijd.
Na de installatie moet het systeem vaak opnieuw opstarten. Tijdens die herstart worden bestanden herschreven, configuraties aangepast en oude onderdelen verwijderd. Vooral bij besturingssystemen of systeemkritieke software kan dit enkele minuten duren.
Langzame hardware vertraagt het updateproces. Oudere computers met minder RAM, langzame schijven of verouderde processors hebben meer tijd nodig om bestanden te verwerken en aanpassingen uit te voeren.
Soms lukt het niet om een update uit te voeren, zelfs als er een nieuwe versie beschikbaar is. Dat kan verschillende oorzaken hebben, variërend van technische beperkingen tot conflicterende software. Het herkennen van deze obstakels helpt om snel tot een oplossing te komen.
Een veelvoorkomende reden is gebrek aan schijfruimte. Updates hebben ruimte nodig om bestanden tijdelijk op te slaan en oude bestanden te vervangen. Als je apparaat te vol zit, kan de update niet worden gedownload of uitgevoerd.
Oplossing: verwijder tijdelijke bestanden of grote ongebruikte apps voordat je de update opnieuw probeert.
Sommige updates zijn niet compatibel met oudere hardware of verouderde drivers. In dat geval blokkeert het systeem de installatie om instabiliteit of fouten te voorkomen.
Oplossing: controleer of je systeem nog aan de minimale systeemeisen voldoet en update eventueel je drivers of BIOS/UEFI.
Soms kan andere software, zoals antivirusprogramma’s of systeemtools, de update blokkeren. Dit gebeurt vooral als deze tools proberen systeemwijzigingen te monitoren of tegen te houden.
Oplossing: schakel tijdelijk beveiligingssoftware uit tijdens de update (maar alleen als je weet wat je doet).
Bij online updates kan een onstabiele of trage internetverbinding ervoor zorgen dat de download mislukt of halverwege stopt.
Oplossing: gebruik indien mogelijk een bekabelde verbinding en controleer je netwerkverbinding voordat je een update start.
Soms raken updatebestanden beschadigd tijdens het downloaden of installeren, waardoor de installatie mislukt.
Oplossing: verwijder de cache en probeer het opnieuw, of voer een systeemherstel of repair-installatie uit.
Updates vormen de ruggengraat van een veilig, stabiel en goed presterend IT-landschap. Ze lossen kwetsbaarheden op, verbeteren prestaties en zorgen voor compatibiliteit met nieuwe technologie. Of je nu werkt met een persoonlijk apparaat of een hele bedrijfsomgeving beheert – regelmatig updaten is geen luxe, maar noodzaak.
Door updates serieus te nemen en ze op de juiste manier te beheren, voorkom je problemen, verlaag je risico’s en profiteer je maximaal van de nieuwste innovaties. Zorg daarom voor een duidelijk updatebeleid, automatiseer waar mogelijk, en blijf kritisch op wat je installeert. Zo houd je systemen veilig, gebruikers tevreden en processen stabiel.
Een update verbetert bestaande software binnen dezelfde versie. Een upgrade brengt grotere wijzigingen en nieuwe functies, vaak met een nieuw versienummer.
Beveiligingsupdates altijd. Andere updates kunnen optioneel zijn, afhankelijk van je situatie of afhankelijkheden in je software.
Je systeem blijft kwetsbaar voor beveiligingslekken, kan instabiel worden en mogelijk niet meer goed samenwerken met andere software of hardware.
De meeste systemen geven meldingen. Je kunt ook handmatig controleren via instellingen of updatebeheer-tools gebruiken.
Dat hangt af van de grootte van de update, systeemprestaties, herstartvereisten en achtergrondcontroles zoals integriteitschecks.
Ja, via offline installatiebestanden of interne update-servers. Dit wordt vaak gebruikt in gecontroleerde bedrijfsomgevingen.